GESCHIEDENIS

Voor de totstandkoming van dit artikel is onder andere gebruikt gemaakt van gegevens uit het boek 'De orgelmakers Witte', geschreven door dr. Teus den Toom. Voor zover bekend is het door Witte geleverde instrument het eerste orgel in deze kerk sedert de Reformatie.
Aangezien er behoefte is aan een orgel gaat in het voorjaar van 1873 een lang gekoesterde wens in vervulling. Door een legaat van ?6.000, -- (alleen de rente van het legaat zal vrij besteedbaar zijn) besluit de kerkvoogdij advies in te winnen bij J.A.Klerk, organist van de Oude Kerk te Delft.
Zonder voorbehoud beveelt hij Witte aan.

Op 27 mei 1873 dient Witte twee ontwerpen in:

1. Ontwerp voor een klein orgel met één manuaal, met een dispositie gelijk aan die in de Schoolstraatkerk te Delft voor de prijs van Fl. 2.400, --;

2. Ontwerp voor een groter, voor Wateringen 'doelmatiger ' orgel met twee manualen en een dispositie gelijk aan de Wester-/Prinsenkerk te Rotterdam. Prijs Fl. 3.400, -- exclusief transport, Fl. 3.500, -- inclusief transport.

De kerkvoogdij kiest op 10 juli 1873 voor het tweede ontwerp. Ondertekening van het contract gebeurt 16 september 1873.

Het orgel zal de navolgende dispositie krijgen:
Manuaal II (2e klavier): Viola 8vt, Fluit 4vt.
Manuaal I (1e klavier): Prestant 8vt, Bourdon 16vt, Octaaf 4vt, Doublet, Cornet, Trompet 8vt.
Pedaal: aangehangen (Bourdon 16vt spreekt permanent in het pedaal).

Prijs f 3.400, --, te betalen wanneer het orgel is voltooid. Voor rekening van de opdrachtgever zijn de kosten van het maken van de orgeltribune, het schilder- en verguldwerk en het transport van zowel het orgel als de nodige kisten en werktuigen.

Na wat vertragingen en tegenslagen kan op 1 november 1874 het orgel in gebruik genomen worden met een op Psalm 150 vers 4b gebaseerde rede van ds.J.G.van Walsem. Klerk begeleidt de gemeentezang. In 1937 zal de firma G.van Leeuwen & Zonen een wijziging en uitbreiding verwezenlijken.

Het front wordt met twee zijvelden uitgebreid (materiaal afkomstig van het voormalige Witte-orgel uit de Westerkerk te Rotterdam, door van Leeuwen in 1936 overgebracht naar het Emmahuis in dezelfde plaats).

Dispositiewijzigingen:
- uitbreiding manuaal II met een Woudfluit 2vt (op een pneumatische lade);
- vervanging Cornet en Doublet manuaal I door een Mixtuur-Cornet 3-4-5 sterk;
- uitbreiding pedaal met een Subbas 16vt (pneumatisch);
- uitbreiding manuaal I met een Roerfluit 8vt.


Uit een later dispositie-overzicht blijkt dat reeds vóór 1937 een
Roerfluit 8vt aan manuaal I werd toegevoegd.

In 1959 wijzigt A.Bik de dispositie als volgt:
vervanging Bourdon 16vt door een Sesquialter 3 sterk discant (samenstelling 2 2/3 1 3/5 en 1 1/3)
de Cornet vervalt, de Mixtuur wordt doorlopend. Aan het groot octaaf van de Mixtuur wordt een extra koor toegevoegd;
het pedaal wordt uitgebreid met een Fagot 16vt.

P.C.Bik voert in 1964 renovatie en wijzigingen uit. Het orgel wordt uitgebreid tot een instrument met negentien registers en twee transmissies. Het front wordt vervangen door een eigentijdse fantasieoplossing (zie foto), Van het Witte-orgel blijven zes registers bewaard (Prestant 8vt, Octaaf 4vt, Trompet
8vt, Viola 8vt, Holfluit 8vt en Fluit 4vt), alsmede de registerknoppen en de claviatuur. Mogelijk is bij deze wijziging (of eerder) de Witte-lade vervangen.

Op 11 januari 1984 is er de ingebruikneming van het door Koch Orgelbouw B.V. uit verschillende bestanddelen samengestelde orgel. Het geheel (28 stemmen) is geplaatst in de kas van het door Standaart in 1914 gemaakte orgel voor de Nieuwe Kerk te Vlaardingen (zie foto). Registerknoppen en claviatuur van Witte werden niet gebruikt (en zijn spoorloos verdwenen).

De volgende delen van registers van Witte bleven bewaard:
Prestant 8vt C t/m e (0) in Prestant 8vt pedaal, f(0) t/m f als F t/m f in
Koraalbas 4vt pedaal;
Octaaf 4vt (op manuaal I);
Trompet 8vt (op manuaal I, stevels gewijzigd);
Viola 8vt (als Gamba 8vt op manuaal II);
Holfluit 8vt (als Holpijp 8vt op manuaal II);
Roerfluit 4vt (als Fluit 4vt op manuaal II).


Toch waren er stemmen en wensen om het pijpwerk ook nog te restaureren en hier en daar wat aanpassingen en verbeteringen aan te brengen.
De firma Scheuerman uit Rotterdam heeft dit orgel in de loop der jaren grondig verbeterd door de windvoorziening goed aan te passen en de intonatie van het orgel zo te verbeteren dat de klank weer optimaal is.
In 2003 heeft het orgel wederom een grote onderhoudsbeurt gehad en is het hoofdwerk uitgebreid met een Fagot 16'. Ook deze werkzaamheden werden tot volle tevredenheid uitgevoerd
door de firma Scheuerman uit Rotterdam.

De dispositie is thans:

Hoofdwerk
Prestant 16' (t/m F.gr.) in front
Prestant 8' (deels in front)
Roerfluit 8'
Fluit 4'
Octaaf 4' (Witte)
Quint 2 2/3'
Octaaf 2' (Steenkuil)
Mixtuur 4-5 st.
Cornet 4st. (op verhoogde stok)
Sesquialter 2 st.
Trompet 8' (Witte)
Fagot 16' (2003)
Bovenwerk (in zwelkast)
Holpijp 8' (Witte)
Gamba 8' (Witte)
Vox Celeste 8'
Roerfluit 4' (Witte)
Nasart 2 2/3'
Prestant 4'
Woudfluit 2'
Sifflet 1'
Terts 1 3/5'
Dulciaan 8'
Pedaal
Prestant 16' (van hout)
Subbas 16'
Gedekt 8'
Octaafbas 8' (Witte)
Octaafbas 4' (Witte)
Bazuin 16'
Trompet 4' (van Oekelen)

Het orgel heeft het mechanische sleepladensysteem. De speeltafel bestaat uit 2 klavieren en pedaal met 35 registers en 29 zelfstandige sprekende stemmen.
De klavieromvang loopt van C gr. tot F"
Het pedaalklavier loopt van C gr. tot F'

Verder zijn er nog de volgende speelhulpen:
Ped-Hoofdwerk koppel
Ped-Bovenwerk koppel
Hoofdwerk + Bovenwerk koppel
Tremulant Hoofdwerk
Tremulant Bovenwerk
Calcant (Motor en licht)